credits

Gary Bigot

Gary Bigot
Sophie Ruysseveldt & Dagmar Dirkx

SR: In juli 2018 zijn we gestart met een onderzoeksproject naar Belgische film-en videokunstenaars in de jaren ’70. De eerste fase, die nu achter de rug is, was de onderzoeksfase. We zijn begonnen met een inventaris te maken want we hebben de eerste fase van het project onder andere gedaan met M HKA omdat zij het ICC- archief hebben wat toch wel erg belangrijk was in de jaren’70. We hadden ook nog een aantal andere partners zoals het Museum voor Schone Kunsten in Brussel en de universiteit van Luik. Wij hadden ook al een aantal conserveringsprojecten gedaan met werken van de jaren ’70 in 2000. Dan hebben we gekeken wat er juist bij ons zat en wat bij M HKA. Daarna zijn we eigenlijk gaan kijken naar literatuur en zijn we in archieven gaan zoeken of er nog andere werken te vinden zijn over belangrijke video-manifestaties die in literatuur voorkomen om die inventaris aan te vullen. We zijn dan ook gestart met heel wat mensen te interviewen om eigenlijk een goed beeld te krijgen van de scène in de jaren’70: waar waren de plaatsen waar dat er video getoond werd? Waar waren de plaatsen waar dat kunstenaars de mogelijkheid hadden om apparatuur te gebruiken?

Gary Bigot (GB)

GB: Dat was toen voornamelijk in het ICC in Antwerpen.

(SR & DD)

SR: Ja, we hadden een onderzoek gezien van Johan Pas en een tekst van Jan Debbaut uit de jaren ’70 waarin gezegd werd dat 80% van wat in België geproduceerd is via ICC gebeurd is. We dachten dat dit misschien toch wat veel was maar dat blijkt toch wel zo te zijn. Dan hebben we niet alleen gefocust op kunstenaars maar ook op sleutelfiguren uit die periode. We zijn dan gaan praten, met bijvoorbeeld Flor Bex en Chris Goyvaerts maar ook met Guy Jungblut van de galerie Yellow Now en met mensen die zich bezighielden met Cirque Divers en Jan Debbaut. Die fase is afgerond maar toch waren er wel nog een aantal mensen die we graag zouden spreken, zoals u, maar die we niet konden traceren maar dan uiteindelijk toch gevonden hebben. We zijn die interviews nu dus nog een beetje aan het vervolledigen. De tweede fase, die we begonnen zijn sinds oktober, houdt in dat we de rechten proberen te klaren voor werken die nog niet bij ons zitten en die te digitaliseren en te restaureren. Dan zou er in 2020-2021 nog een derde fase zijn waar we alles van het onderzoek willen ontsluiten voor het publiek waaronder ook de werken uit de mediatheek maar ook een publicatie willen maken en een tentoonstelling doen in Argos die focust op de jaren ’70. We willen dan ook een symposium organiseren waarbij we bijvoorbeeld onderzoekers en kunstenaars uit andere landen uitnodigen om over dat onderwerp te praten. Dat is zowat waar we tot nu toe mee bezig geweest zijn.

DD: Wij hebben een vragenlijst voorbereid maar we zullen zien hoe ver we raken. We beginnen meestal met de algemene vraag van hoe en waar kwam u voor de eerste keer in contact met het medium kunstenaarsfilm- of video? Wanneer heb je dat voor de eerste keer gezien?

(GB)

GB: Het eerste contact is eigenlijk moeilijk te zeggen maar dat was toch met het ICC in Antwerpen. Daar werd al iets met video gedaan toen. Maar hoe ben ik ertoe gekomen om uiteindelijk dat medium te gebruiken? Ik werkte toen reeds een beetje met foto’s, als ik me goed herinner. De foto’s die ik toonde waren eigenlijk ook min of meer een serie dus het was logisch dat ik eigenlijk in plaats van verschillende foto’s overstapte naar doorlopende beeldvorming.

(DD)

DD: We zagen inderdaad dat u in het ICC een aantal video’s had gemaakt, onder andere Blad Papier, Métaphores, Passage de 1 à 2 en Gang. Kan je iets meer vertellen over die samenwerking?

(GB)

GB: Dat was eigenlijk een fysiek beleven van de ruimte. Niet enkel het fysiek beleven maar ook een vorm om kennis te formuleren en dan stelt zich het probleem in welke vorm die kennis geformuleerd moet worden. Dat was voor mij dan logisch dat het ook op zo’n abstract mogelijke manier was en dan was dat juist eigenlijk een getal, een hoeveelheid, een kwantum. Dat was voor mij de meest logische structuur of de meest logische kennisvorm waarin die fysieke belevenis van de ruimte geformuleerd wordt. Dat was eigenlijk ook een heel open kennisvorm want het was heel concreet maar toch ook heel open van vorm: wat wil dat zeggen een getal? Dat is ook erg relatief uiteindelijk. Dus dan blijven we ook in een open ruimte van materiële formulering.

(DD)

DD: Hebt u dan samen ook met Continental Video daaraan gewerkt? Of heeft u bijvoorbeeld camerawerk gedaan?

(GB)

GB: Hoe bedoelt u?

(DD)

DD: Een aantal dingen zijn denk ik door andere mensen gefilmd? Of heeft u alles zelf-

(GB)

GB: Op een andere manier video proberen te benaderen, bedoelt u?

(DD)

DD: Nee, ik bedoel echt de concrete opnamen van de video’s in het ICC. Met wie heeft u dat gedaan?

(GB)

GB: Met wie was dat? Dat herinner ik mij niet meer. Dat was met iemand van het ICC.

(SR)

SR: Je had een aantal medewerkers. Je had Chris Goyvaerts, Ivan Beeckaert, Chris Eckhardt. Dus het zal waarschijnlijk met die ploeg geweest zijn?

(GB)

GB: Het was met die ploeg, ja. In die tijd was er wel een statief maar het materieel was eigenlijk heel beperkt. Je kon jezelf ook moeilijk opnemen. Je had altijd een tweede persoon nodig om het materieel en de camera te dragen natuurlijk.

(SR)

SR: Was u zelf diegene die naar het ICC toegestapt is en gezegd heeft van ik wil ook jullie apparatuur gebruiken? Of was de vraag eigenlijk van ICC van misschien kunnen we dit samen doen?

(GB)

GB: Dat was een beetje wederzijds. Ik weet eigenlijk niet hoe dat gebeurd is. Dat herinner ik mij niet meer. Ik denk wel dat ik het misschien uiteindelijk gevraagd heb. Maar er is eigenlijk direct een positieve respons gekomen.

(SR)

SR: We hebben gezien dat u ook een Perception Vague Vidéo gemaakt heeft samen met Galerie MTL in Brussel. Kan u iets meer vertellen over die samenwerking? We weten dat Fernand Spillemaeckers en Lili Dujourie een Sony Portapak hadden. Hebt u ook die apparatuur gebruikt om die film te maken?

(GB)

GB: Welke apparatuur ik toen heb gebruikt voor de opname van Perception Vague Vidéo herinner ik mij niet meer. Dat was toen samen met Fernand Spillemaeckers en met meneer Lebeer. Meneer Spillemaeckers had mijn werk dus gezien op La Jeune Peinture Belge in 1975 geloof ik en zo zijn we eigenlijk in contact gekomen. Hij heeft mij voorgesteld dan ook samen met meneer Lebeer iets te doen bij hen of met de galerij. Meneer Lebeer in die tijd was eigenlijk van plan om samen te werken met Fernand Spillemaeckers: of de galerij over te nemen of samen te werken. Dat was toen ergens ook in Elsene. Dan heb ik eigenlijk beslist om een video-installatie te realiseren met het fysische beleven van een ruimte maar dan de waarneming rechtstreeks door de camera te doen. De camera van de video was dan op heel dichtbij afgesteld. Het beeld was enkel scherp net wanneer het heel dichtbij was dus als je gewoon kijkt in de ruimte was alles flou, vaag. Dus, ik wandelde eigenlijk door die ruimte enkel kijkende door die camera en als je dan dicht aan de wand kwam, kon je fysiek niet verdergaan en dan werd het beeld ook duidelijk. Dus dan zette ik gewoon een kruisje tegen die muur om te zien oké dat is een fysieke limiet geweest van die ruimte. Zo heb ik verschillende keren die ruimte doorkruist. De beeldvorming op de opname geeft dat ook weer. Het is eigenlijk een heel flou, blanco beeld en soms wordt het een beetje duidelijker en wordt er een kruisje gezet tegen de muur en daar blijft het uiteindelijk bij, bij die waarneming. Maar die tentoonstelling is dan daarna nog gecompleteerd geweest door als die te bezichtigen was. Ik had dan nog een groot aquarium gezet dat gevuld was met water en daar had ik dan bloem ingedaan dus dat was eigenlijk dan ook een troebel water. Dat was eigenlijk dus een rappel van de floue ruimte tegenover het aquarium.

(SR)

SR: Nu misschien een vraag over de titel? Je hebt Perception Vague Vidéo maar je hebt daar soms ook bijstaan Connaissance analytique of Connaissance synthetique, is dat een subtitel?

(GB)

GB: Ja, dat is eigenlijk een subtitel. Dat is een beetje gecompliceerd en dat was eigenlijk niet echt nodig. In die tijd had ik dat Connaissance analytique genoemd omdat ik verschillende dingen analyseerde. Daarna de Connaissance Synthetique. Ik gebruikte dan eigenlijk die kennisvorm omdat je een bepaalde kennis opdoet, bijvoorbeeld in een getal of een hoeveelheid, maar dat moet ook voor iets kunnen dienen. Dus dat werd dan altijd gebruikt in iets anders, in een andere handeling of in een andere samenstelling van objecten of eender wat. De kennis die opgedaan werd door het fysiek beleven van de ruimte en beperkt door eigenlijk een hoeveelheidskennis, werd uiteindelijk toch gebruikt in iets anders. Dus het liep eigenlijk door in iets. Dan stelde ik dat samen als zijnde equivalenten wat natuurlijk ook erg eigenaardig is want het zijn twee erg verschillende zaken. Maar het zijn dus equivalenten die door iedereen anders kunnen geïnterpreteerd worden van zijnde ja men noemt dat equivalenten maar het is dus toch verschillend en dat is het verschil met het ene en het andere. Het wordt zo een hele dynamische belevenis van de mensen die het eigenlijk bekijken.

(DD)

DD: Hoe was dan de eigenlijke installatie in MTL met de monitoren?

(GB)

GB: De installatie zelf? Dat was eigenlijk dus de monitor waarop die video werd getoond en dan eigenlijk dat aquarium en dat was het.

(SR)

SR: Maar bestaat voor u nu de video op zich als een werk of vindt u dat dat het aquarium en de video bij elkaar horen? Of mogen beide opties?

(GB)

GB: Kijk, dat aquarium is uiteindelijk verdwenen en die video is blijven bestaan en dat functioneert autonoom ook. Maar het maakte dus eigenlijk wel deel uit van een object dat er min of meer bijhoorde.

(SR)

SR: Stel dat het nu bijvoorbeeld volgend jaar zou getoond worden dan zou het een mogelijkheid zijn om het werk autonoom te tonen of zou het ook mogelijk zijn een reconstructie te maken waarbij een nieuw aquarium met bloem in combinatie met de video zou worden getoond?

(GB)

GB: Waarom niet? Een volledige reconstructie eigenlijk he. Het is eigenlijk ook het medium video dat uiteindelijk iets is wat verder gebruikt werd in iets anders. Het is geen eindpunt. Ook dat werk dat ik eigenlijk al toonde op de Jonge Belgische Schilderkunst in 1975 dat was al een analyse van ruimte en hergebruiken van de kennis. Het was een hele serie van 150 verschillende foto’s die gewoon tegen de muur gespeten waren. Dat was eigenlijk ook een beeldvorming, een verloop in de tijd, zeg maar.

(SR)

SR: Het werk in MTL is in 1976-1977 getoond-

(GB)

GB: Dat moet iets na 1975 geweest zijn want Fernand heeft dus mijn werk gezien in 1975. Dus laat ons zeggen in 1976.

(SR & DD)

SR: Wij hadden een dubbele datum, namelijk 1976 en 1977.

DD: De expo in MTL was in 1976 heb ik gezien.

SR: Maar het werk is ook nog eens getoond geweest tijdens een tentoonstelling van Jan Debbaut Video & Film Manifestatie: kijken en doen in Maastricht in maart 1977. Werd het werk toen anders getoond?

(GB)

GB: Welk werk werd daar toen getoond?

(SR)

SR: Ook Perception Vague Vidéo.

(GB)

GB: Daar ben ik eigenlijk niet van op de hoogte dus het zal waarschijnlijk gewoon de video zijn die daar getoond werd. Zonder het aquarium.

(SR)

SR: Er is daarvan een catalogus waarin een still staat met de titel Perception Vague Vidéo: Connaissance analytique/ Connaissance synthetique.

(GB)

GB: Ah, dat was een tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten?

(SR)

SR: Nee, in het Bonnefantenmuseum in Maastricht.

(GB)

GB: Ahja, het Bonnefantenmuseum. Jan Debbaut was toen conservator van het Bonnefantenmuseum in die tijd.

(SR)

SR: Het is hij ook die de tekst geschreven heeft in de catalogus.

(GB)

GB: Dat was enkel dus het videowerk dat getoond werd?

(SR)

SR: Ja. Dat was eigenlijk dezelfde versie die ook getoond is in MTL?

(GB)

GB: Ja, juist hetzelfde. Het resultaat van de video-opname dus.

(DD)

DD: Waren er andere kunstenaars die bij MTL ooit video hebben getoond, dat u weet?

(GB)

GB: Er waren misschien wel andere kunstenaars want in het MTL was er in die tijd een leidinggevende galerij in die tijd van alles wat conceptueel was. Ik kan me nu niet zo direct voorstellen wie eigenlijk. De andere tentoonstelling bij MTL was dan een serie foto’s die ik getoond heb 1 of 2 jaar later.

(SR)

SR: Heeft u nog andere video’s getoond in MTL of was Perception Vague Vidéo het enige?

(GB)

GB: Ja, dat was het enige. Was dat nu ook niet mijn laatste videowerk? Ik weet niet of ik daarna nog videowerken heb gerealiseerd.

(SR)

SR: Ja, u heeft nog een aantal dingen gedaan met de RTBF en ook iets met het museum voor Hedendaagse Kunst in Gent in 1978, Eiland.

(GB)

GB: Ahja! Maar hebben jullie die video kunnen terugvinden?

(SR)

SR: Ik heb gezien in het inventaris van het SMAK dat daar nog tapes van bestaan. Ik heb met hen contact opgenomen om te vragen of we die kunnen bekijken. Er zou dus wel nog een kopie van zijn maar in welke staat dat die tape zich bevindt, weten we niet. Kan u iets meer vertellen over die samenwerking?

(GB)

GB: Dat is eigenlijk ook een fysieke belevenis van ruimte. Ook door de waarneming van de videocamera maar het was op een heel andere locatie. Het was ergens in de omgeving van Gent, ergens op een domein. Er was een grote vijver en in het midden was daar eigenlijk een eiland maar dat was fysiek onbereikbaar omdat er water tussen lag. De video-opname bestond eigenlijk uit herhaaldelijk weglopen en terug proberen naar het eiland gaan maar altijd weer worden stopgezet door de limiet van het water. Dus dat was een fysieke belevenis van een bepaalde grenssituatie. Er kwamen ook nog kwantitatieve kenniscijfers bij denk ik, ik herinner het mij niet meer. Op een bepaald moment zijn we met de video overgestapt naar de overkant door het water en hebben we de tegenovergestelde richting gefilmd, als ik het mij goed voorheb. Zo is het dus eigenlijk tot stand gekomen.

(SR)

SR: Was het een werk dat gemaakt is naar aanleiding van een tentoonstelling in het Museum voor Hedendaagse Kunst?

(GB)

GB: Ja, ik wou geen ander werk tonen. Ik was toen al in een periode dat ik een beetje afstand begon te nemen van de kunstwereld. Vanaf de Biënnale eigenlijk in 1978 heb ik veel zaken weggeduwd, zal ik zeggen. Maar ik wou dus geen echt werk tonen en enkel dit videowerk dat speciaal voor de tentoonstelling was gerealiseerd.

(SR)

SR: Was dat een solo-tentoonstelling?

(GB)

GB: Nee, dat was een groepstentoonstelling van hedendaagse kunst in België. Dat was toen een belangrijke tentoonstelling in Gent in het museum. En hoe ik mijn werk getoond heb: een monitor die op de grond stond en meer kwam daar niet bij eigenlijk. Dat was heel discreet en afwezig tegenover de andere werken die heel imponenter waren. Het was altijd moeilijker om naar een video te kijken want dat vraagt altijd concentratie en en disponibilité. Het vraagt een andere instelling.

(SR)

SR: We hebben ook uit diezelfde periode, uit 1978, een werk Connaissance 3 teruggevonden.

(GB)

GB: Ja dat is opgenomen door de BRT of de VRT of de Franse televisie?

(SR)

SR: Ja, ik had het volgende teruggevonden: “In aansluiting met de tentoonstelling Gary Bigot in het C.I.C. en met de actie die hij onlangs uitvoerde in de Galerie MTl te Brussel, wordt op woensdag 8 maart in de laatavond-uitzending Arts Hebdo van Bussy op de RTB- televisie, een film gepresenteerd naar een idee van Gary Bigot: Connaissance 3.”

(GB)

GB: Ja, dat was eigenlijk een kleine passage door welk televisie-programma?

(SR)

SR: Arts Hebdo.

(GB)

GB: En dat was Busine die dat organiseerde?

(SR)

SR: Nee, dat was C. Bussy. B-u-s-s-y. Want Laurent Busine dat was in 1983 in Charleroi want daar heeft u dat werk Miroir Cognitif gemaakt. Maar dit is dus C. Bussy.

(GB)

GB: Ahja, Bussy. Dat was omdat ik dat jaar ook op de Biënnale van Venetië België vertegenwoordigde dus wou hij een presentatie van mij doen. Ik zei ja maar laten we het heel eenvoudig houden en juist ergens iets klein realiseren. En dat was hoe dat toen functioneerde. Hebt u die opname nog teruggevonden?

(SR)

SR: Neen, die opname hebben we niet. Maar ik heb ook gezien in het archief van het SMAK dat zij daar ook een kopie van hebben dus ik heb ook gevraagd aan hen of we die eventueel kunnen bekijken. Ik veronderstel dat dat ook wel bij de RTB of bij SONUMA wel nog zou zijn. Maar dat was echt met een ploeg van RTB die ter plaatse zijn komen opnemen?

(GB)

GB: Ja, die zijn ter plaatse komen opnemen.

(DD)

DD: Ik heb ook een referentie en die heette gewoon vidéo-performance 1-2-3?

(GB)

GB: Nee, dat is nog iets anders. Dat is eigenlijk een heel eenvoudige performance. Hoe was dta nu weer gestructureerd? Dat is zelfs toen bij mij thuis opgenomen. Tussen de twee vensters was er nog een kleine ruimte. Ik ging dan naar het venster, ik zette daar één. Ik deed de deur open van het venster,twee. En dan ging ik op het balkon staan, drie. En dat was het eigenlijk.

(SR)

SR: Dat was in hetzelfde jaar als de samenwerking met de RTB, was dat dan iets dat apart was van Connaissance 3? Of was het voor of na dat u vidéo-performance 1-2-3 gemaakt heeft?

(GB)

GB: Nee, dat was eigenlijk enkel met RTBF dat dat toen gerealiseerd was en dat was eigenlijk ook voor hen gerealiseerd ook om gepresenteerd te worden voor hun televisie-programma.

(SR)

SR: Dus dat is eigenlijk hetzelfde werk Connaissance 3 en Vidéo-performance 1-2-3? Of is dat echt iets apart? Want ik heb eigenlijk geen beschrijving van Connaissance 3 dus ik weet niet of het om hetzelfde werk gaat.

(GB)

GB: Ik zou dat moeten zien om dat te kunnen zeggen.

(DD)

DD: Maar u heeft maar één keer met RTBF samengewerkt?

(GB)

GB: Ja.

(DD)

DD: Ah, dan zal dat wel hetzelfde werk zijn.

(GB)

GB: Ja, dat zal wel, maar ze zullen dat dan misschien anders genoemd hebben.

(SR)

SR: Ja, die tekst die ik juist voorlas, kwam uit een jaarverslag van het Museum voor Hedendaagse kunst. In de inventaris van SMAK staat het werk ook aangeduid als Connaissance 3 maar misschien is de officiële titel, zoals die in het programma gekomen is, misschien Vidéo-performance 1-2-3? Dat zullen we dan moeten checken.

(GB)

GB: Ik zie eigenlijk geen verband tussen Vidéo-performance 1-2-3 en het SMAK in Gent.

(SR & DD)

SR: Ja, zij zullen dat misschien ook hebben door een opname? Ik weet het eigenlijk niet. We kunnen dat zien als we toegang krijgen tot de video. Dan kunnen we wel checken wat het precies is en of er eventueel een titel op staat of niet en dan kunnen we dat wel bekijken.

DD: We vonden ook dat het werk Ligne droite, ligne courbe samen met La Cambre is gerealiseerd?

(GB)

Gb: Ja, dat is toen opgenomen in La Cambre met meneer ? Goh, hoe heette hij weer? Hij is erg actief geweest op het Paleis voor Schone Kunsten nadien, geloof ik.

(DD)

DD: Michel Baudson ?

(GB)

GB: Ja. Dat heb ik toen met hem dus gerealiseerd. Hij deed de opname van de camera.

(DD)

DD: Maar dat was wel op La Cambre?

(GB)

GB: Dat was in La Cambre en dat was eigenlijk in de Rue Royale, in de Koningsstraat.

(SR)

SR: En was dat met een camera van La Cambre?

(GB)

GB: Of heeft hij dat gehuurd? Of heeft hij dat ontleend van iemand? Of heeft hij dat ontleend van het ICC toen? Dat weet ik niet. Is meneer Baudson nog altijd actief in Brussel?

(SR)

SR: Dat is iemand die we al heel lang ook proberen vast te krijgen maar die is wel nog altijd bezig met projecten etc. Ik denk dat hij vorig jaar of ergens rond 2018 ook met projecten in China bezig was maar dat is ook nog altijd ieamand die we heel graag willen interviewen omdat hij ook een belangrijke tentoonstelling heeft gedaan: The Artist videotapes in Paleis voor Schone Kunsten in Brussel in 1975. En has was toch ook wel erg belangrijk in die periode maar ja tot nu toe hebben we hem nog niet kunnen strikken. Hij heeft ook samen met Jacques Charlier een werk gemaakt, één van die Arts et musique. Maar dat hadden ze specifiek voor die tentoonstelling Artist videotapes dat ze dat gerealiseerd hebben maar dit zal dan via La cambre....Weet u nog waarvoor u die video gemaakt heeft?

(GB)

GB: Dat was gewoon eigenlijk een werk tijdens het jaar dat ik nog student was. Dat was ook een erg aparte situatie eigenlijk: ik was nog student en ik had eerst enkele jaren academie in Antwerpen gedaan en dan ben ik naar Brussel gegaan en dan heb ik mij ingeschreven in Ter Kamere dus ik was daar iets ouder dan de leerlingen van hetzelfde jaar maar er was niet zoveel verschil. Maar ik was eigenlijk heel vroeg in contact geraakt met de galerie MTL want ik was toen eigenlijk ook nog een leerling op Ter Kamere en op de Biënnale van Venetië zat ik eigenlijk ook in mijn laatste jaar op Ter Kamere, dus ik was eigenlijk nog student en ook al kunstenaar die wat op de voorgrond treedde. Dat was soms een vervelende situatie met de professoren aan Ter Kamere, in die tijd toch. Niet in het begin, want in het begin was er de leraar Jo Delahaut, een heel open-minded persoon. Je kon doen in zijn atelier wat je eigenlijk wou. Er viel met hem te discuteren op alle vlakken van Ooosterse filosofie en wetenschap en al die zaken. Dus het was een heel interessant persoon. Het laatste jaar is hij met pensioen gegaan en werd hij vervangen door een persoon, ik ben zijn naam vergeten, en dat was helemaal het tegenovergestelde. De directie was dat laatste jaar ook erg veranderd. Dat was dan ook alles concept, of eender wat, moest weg, dat mocht niet. Alles moest terug naar schilderkunst en als het geen schilderkunst was: geen toegang meer tot Ter Kamere. Dat was van het ene radicaal naar de andere situatie in eenzelfde jaar. Dat maakte eigenlijk dat ik op dat jaar op de Biënnale van Venetië was met een werk dat helemaal niet in overeenstemming was met dus die nieuwe filosofie van Ter Kamere en daar zaten ze natuurlijk heel verveeld mee. Dat maakt dat ze mij gebuisd hebben dat jaar.

(DD)

DD: Maar op de Biënnale heeft u geen videowerk getoond, toch?

(GB)

GB: Nee, dat was een hele serie van foto’s van een groot formaat.

(DD)

DD: Waren er nog studenten op La Cambre bezig met video?

(GB)

GB: Nee.

(DD)

DD: Dat is iets wat we proberen te onderzoeken, of dat op de academies toen gedaan werd maar zeer weinig blijkbaar.

(GB)

GB: Wie heeft er toen ook nog eigenlijk video gemaakt met het ICC? Was dat Jano?

(SR & DD)

SR & DD: Ja

(GB)

GB: Ja, die heeft, geloof ik, ook werken gemaakt met La Cambre of het ICC in Antwerpen. Ik herinner het mij niet meer juist. Dan zijn we eigenlijk ook nog met die installatie daarna met het Paleis van Schone Kunsten van Charleroi (?). Dat was eigenlijk ook een video maar eerder opgesteld als een gesloten circuit.

(DD)

DD: Dat is Miroir Cognitif dan?

(GB)

GB: Ja, dat is Miroir Cognitif.

(DD)

DD: Ja, daar hadden we een foto van gevonden. Wat was daar juist het idee achter?

(GB)

GB: Dat was eigenlijk ook weer kennis opdoen. Hoe was dat nu weer juist gestructureerd? Ik had gevraagd naar dat men in een klei mijn hoofd zou maken en dan wou ik ook een encephalograph, voor de hersenactiviteit op te nemen. En dan wou ik ook twee camera’s. Dus ik zat eigenlijk tegenover mijn hoofd dat daar stond, dit was trouwens tijdens een periode dat ik heel actief aan yoga deed. Ik concentreerde mij op mijn hoofd dat daar stond, mijn encephalograph. Dat werd natuurlijk opgenomen die activeit, dat werd gefilmd op,, het machine die al die golvingen opnam daar stond een camera op. Dat beeld werd naar mij teruggebracht en achter mijn hoofd stond dan eigenlijk het scherm waar ik de activiteit van mij hoofd kon bekijken. Dat was eigenlijk een meditatie op mijn cerebrale activiteit. Ze vonden dat eigenlijk heel interessant want daarna heeft de psychiatrie van het hospitaal van Luik of Charleroi gezegd van dat willen we wel eens terug hernemen maar dan eigenlijk meer in een klinische omgeving en niet in een artistieke omdat eigenlijk beter te kunnen bestuderen. Zij vonden dat eigenlijk heel interessant dat de concentratie van eigenlijk de activiteit van het... als meditatie... ze hadden dat nooit van tevoren uitgeprobeerd. Ze vonden dat heel interessant maar dat is eigenlijk nooit gebeurd. Spijtig genoeg want anders hadden we een heel wetenschappelijk resultaat kunnen hebben van eventueel die installatie wat ook interessant had geweest. En dan daarna in de tweede fase was er dus echt concentratie op het beeld van die activiteit en daarna ben ik eigenlijk zogezegd als kunstenaar dat hoofd beginnen te bewerken en die kapot beginnen kneden. En natuurlijk dat resultaat van het beeld van de hersenactiviteit verandert dan ook helemaal. Dat was dus eigenlijk die installatie en performance.

(SR)

SR: En is die performance ook geregistreerd geweest op video?

(GB)

GB: Neen, dat was enkel een rechtstreekse doorgave. Er is geen opname van gebeurd.

(SR)

SR: Dat is eigenlijk één van de laatste werken die we zo gevonden hebben met video in 1983?

(GB)

GB: Ik denk inderdaad dat dat het allerlaatste is.

(SR)

SR: Is er een reden waarom dat u dan na die tentoonstelling gestopt bent met te werken met dat medium?

(GB)

GB: Euhm, kijk ik was toen eigenlijk al in een periode dat ik eigenlijk ook met alles heel cerebraal bezig was; met alles zo eenvoudig mogelijk te houden en het is eigenlijk zelfs al vanaf 1978 dat ik, zoals jij daarjuist al zei, afstand begon te nemen van heel het artistieke gebeuren en het artistieke milieu. Ook het werk dat ik toen toonde op de Biënnale van Venetië is toen door sommigen heel goed en door anderen heel slecht ontvangen geweest. Ik ben dus naar de Biënnale van Venetië geweest met die hele grote foto’s en ik heb dat werk, dus die
grote papieren foto’s, door de verschillende zalen met paplijm tegen de muur geplakt als een lijn door alle verschillende zalen. Maar dat kwam eigenlijk heel brutaal over en dat was mijn houding toen eigenlijk ook. Een beetje zeggen van: oke verwacht nu niet van mij dat ik die foto’s allemaal mooi ga inkaderen of in een lichtbactera ga zetten. Dat hoopten ze natuurlijk wel want dat was nu eenmaal de gaande manier om met foto’s te werken. Dat wou ik helemaal niet. Ik wou helemaal niet aan esthetisme beginnen doen of met een meerwaarde proberen te geven aan mijn werk door een mooie kader toe te voegen of een andere presentatie. Dus dat was eigenlijk een heel brutale manier van mij om mijn werk naar voren te brengen. Voor sommigen was dat brutaal en niet erg respectvol maar dat was ook wel mijn bedoeling: Ik wou niet aangenaam overkomen. Andere mensen hebben dan weer gezegd: dat is sterk, dat is goed. Zo’n situatie is natuurlijk onvermijdelijk als je met extremen werkt. Er is
ook een periode geweest dat ik mijn werk absoluut zo eenvoudig mogelijk wou houden en mij concentreren op iets zuivers en op een zeker eenvoudig statement. Het is dan eigenlijk in de jaren 1980 of iets van tevoren dat ik eigenlijk bezig was met gevoelige apparatuur te werken die alles registreerde naar gevoeligheid. Er was een hele panopie van toestellen die gevoeligheid kunnen registreren. Die encephalograph hoorde daar bijvoorbeeld ook bij. En
één van die toestellen was ook de thermohygrograaf. In 1980 heb ik die dan voor de eerste keer gebruikt bij een tentoonstelling in Brussel. Ook in die periode heb ik toen al dat statement gemaakt van: elke thermo-hygrograaf is mijn werk en met alles is alles gedaan. Toen heb ik volledig afstand kunnen nemen van alles. Door dat zich toeeigenen van de thermo-hygrograaf was voor mij een ideale oplossing. Dat was een flash die in 1 keer gekomen was. Op een keer zag ik dat staan in een klein museum in Spanje. Het stond daar mooi op een sokkel tussen de andere sculpturen en ik zeg ‘verdorie dat is het, dat is het antwoord.’ Ik hoef enkel maar te zeggen: Die thermo-hygrograaf dat is mijn werk en daar blijft het bij en ik doe niets anders meer. Mijn werk bestaat en het staat in alle musea, het is overal aanwezig dus ik moet niet meer het milieu beginnen contacteren om mij te
promoveren. Ik kan me helemaal terugtrekken, alles is volledig, alles is ten einde. Dan heb ik een hele tijd met die thermo-hygrograaf blijven doorwerken, tot nu zelfs. Dat is eigenlijk een definitieve beslissing geweest. Daarna zijn er andere statements bijgekomen die nog radicaler geformuleerd werden zoals op de Biënnale van Parijs. Dat is nog altijd gaande. Dan zitten we verder dan het videowerk natuurlijk.

(SR)

SR: We zagen ook dat eind jaren ’70 in Cirque Divers-

(GB)

GB: Cirque Divers, dat was in Luik?

(SR)

SR: Ja, dat was in Luik. Er is toen een structuur opgericht door Jeunesse Plastique de Wallonie, dat was Genevieve Van Cauwenberge. Dan heb je Cirque Divers en dan Vidéogrpahies met Jean-Paul Tréfois die evenementen organiseerden zoals Vidéo? vous avez dit Vidéo? En er werden soms mensen uit het buitenland uitgenodig zoals mensen uit Canada of Amerikaanse videokunstenaars werden getoond. Maar in 1979 was er dan ook een avond gewijd aan L’art vidéo Belge met werk van u en met werk van Barbara en Michael Leisgen. Was u toen aanwezig?

(GB)

GB: Ik was toen aanwezig maar ik was het helemaal vergeten.

(SR)

SR: Kan u zich nog herinneren hoe de avond verlopen is?

(GB)

GB: Nee, helemaal niet. Ik weet zelfs niet welk werk er toen getoond is geweest.

(SR)

SR: Die informatie hebben wij ook niet kunnen terugvinden. Wij hebben enkel de leaflets kunnen terugvinden waar gewoon de namen opstaan: “Gary Bigot, Barbara en Michael Leisger.” Op een bepaald moment wordt ook Lili Dujouri vermeld maar daar is nog altijd wat onduidelijkheid rond. Op een bepaald moment is het evenement namelijk in twee gesplist en één avond zou dan Lili Dujouri geweest zijn en de andere avond u en de Leisgens. Maar er is ook twijfel over er wel effectief video’s van Lili getoond zijn op dat evenement.

(GB)

GB: Dat weet ik niet. Of dat opgelitst is in twee avonden of dat alles op één avond is gebeurd, dat weet ik niet.

(SR)

SR: Kan u zich nog herinneren hoe u in contact gekomen bent met het evenement?

(GB)

GB: Weet ik ook niet meer. Maar de naam Tréfoit zegt mij nog wel iets.

(SR)

SR: Ja, Paul Pacquay, Jean-Paul Tréfois, Robert Stéphane waren de mensen van de RTBF. Misschien herinnert u zich dat doordat u in ’78 met de RTBF heeft samengewerkt voor die Vidéo-performance 1-2-3 ?

(GB)

GB: Mogelijk.

(SR)

SR: Want ik denk dat die structuur, het evenement is begonnen in ’78 dan zijn in februari 1979 was dta evenement dus het zou wel kunnen zijn dat u ergens in eind 78 ofzo die Connaissance 3 of Vidéo-performance 1-2-3 heeft gemaakt voor die uitzending met Bussy en dat ze u dan gevraagd hebben voor het evenement.

(GB)

GB: Hoe dat onderlinge contact daarna buiten mij gelopen is dat weet ik niet. Ik heb dat niet zelf teweeggebracht en ik ben daar ook niet van op de hoogte. Die mensen zullen elkaar waarschijnlijk wel gekend hebben en die zullen mijn werk gekend hebben.

(SR)

SR: Barbara en Michael Leisger woonden wel rond die periode in België-

(GB)

GB: Die woonden in Raeren, in het Duitssprekend gedeelte van België. Helemaal tegen de grens met Duitsland woonden ze.

(SR)

SR: Maar eigenlijk waren zij Duits dus we vragen ons af hoe zij terechtgekomen zijn op een avond over Belgische videokunst. Waarom kiezen ze de Leisgens? Dat ze u kiezen en Lili Dujouri is logisch maar waarom hebben ze dan geen andere mensen gecontacteerd?

(GB)

GB: Maar die Leisgens werkten toch ook al samen met het museum in Gent en waren toen al heel bekend. In MTL toonden zij ook werk.

(SR)

SR: Ze werden toen ook vertegenwoordigd door Yellow Now.

(GB)

GB: In het ICC werd ook werk van hen getoond. Ook in Luik. Die dame was daar ook heel actief mee bezig, wat was haar naam weer?

(DD)

DD: Manette Repriels?

(GB)

GB: Ja, Manette Repriels. Ze heeft daarna ook een galerij gerund.

(DD)

DD: Ja, galerij Vega.

(GB)

GB: Ja, zij was ook erg actief bezig met de familie Leisgen.

(DD)

DD: Die avond zelf in Cique Divers weet u daar nog iets van? Waren dat gewoon vertoningen of werd er nadien nog gediscussieerd?

(GB)

GB: Dat herinner ik mij niet meer. Ik kan me wel nog inbeelden dat ik zat tegenover het scherm. Ik denk dat het eigenlijk alleen tonen was. Ik weet niet meer of het getoond werd op een monitor of dat het geprojecteerd werd op het scherm. Ik denk op een monitor eigenlijk.

(SR)

SR: In 1974 heeft u ook een tentoonstelling gehad in Actual Art Gallery in Knokke. Was dat al met videowerk?

(GB)

GB: Neen, helemaal niet. Dat was toen ik nog tekeningen toonde. Dat was in 1974?

(SR)

SR: Ja. Kan u ons iets meer vertellen over die Actual Art Gallery? Wie zat daar precies achter?

(GB)

GB: Goh, wie zat daar achter?

(SR)

SR: Was dat Luc Bonine (?) ?

(GB)

GB: Dat weet ik niet. En door wie ik daar ben gekomen weet ook ik niet meer. Hij wou toen eigenlijk ook maar alleen tekeningen. Die tekeningen waren ook maar gewoon herhalingen van hetzelfde krabbeltje op papier, zal ik zeggen. Of misschien hetzelfde kruisje een paar honderd keer op papier. Dat zijn nog voorhistorische werken. Maar ja dat was toen eigenlijk helemaal het begin.

(SR)

SR: Er was in de jaren ’70 een samenwerking tussen Flor Bex en Jorge Glusberg. Dat was van Centro de Arte y Comunicación in Buenos Aires. Elk jaar waren er over de hele wereld, in Ferrara, Londen, Parijs maar ook in Antwerpen in ’76 International Open Encounters on Video. Bent u daar ooit getoond geweest met video’s? En bent u daar ooit geweest?

(GB)

GB: Ik denk van wel. Maar was dat in Buenos Aires? Er was toen ook iets van ‘ Non-realised projects ‘ maar dat weet ik niet goed meer. In welk jaar zou dat moeten geweest zijn wat u zei?

(SR)

SR: Er zijn er heel veel geweest van begin jaren ’70 tot eind jaren ’70. De eerste waren in Londen en dan Parijs in Espace Pierre Cardin, en dan in Ferrara in Palazzo dei Diamanti, ik denk dat dat Lola Bonora was onder andere. Dan heb je ook het ook in Barcelona gehad. Dan in 1976 is er zo’n encounter geweest in Antwerpen in het ICC. Daar waren dan ook vaak dagen waar er debatten plaastvonden. Er zijn ook registraties
van die encounter in Antwerpen. Je ziet daar mensen zoals Fred Forest en anderen.

(GB)

GB: Ik denk niet dat ik daarbij was. Die Non-realised projects was nog iets anders. Ik geloof dat dat in Mexico was.

(SR)

SR: In Mexico is ook wel een encounter geweest.

(GB)

GB: Dan kan dat wel. En wat heb ik toen opgestuurd als project dat nog niet gerealiseerd was? Dat weet ik niet meer. Het was eigenlijk de bedoeling een repertoire van ongerealiseerde werken van kunstenaars samen te stellen. Was dat ook in samenwerking met het ICC in Antwerpen?

(SR)

SR: Ja. Flor Bex had een heel goed contact met Jorge Glusberg en ze werkten vaak samen. Maar er is echt een evenement geweest in Antwerpen in 1976, zo’n encounter-

(GB)

GB: Is het daar dat Daniël Weinberger zijn werk getoond heeft in die kelder op het ICC? Dat was een videoperformance denk ik.

(DD)

DD: Nee, dat denk ik niet.

(GB)

GB: Dat zal dan met een andere tentoonstelling geweest zijn. Dan verwar ik het.

(DD)

DD: Maar daar was u dan wel aanwezig? Dat was ook met Frank Van Herck?

(GB)

GB: ja.

(DD)

DD: In 1981 was er ook Trans Art Express in Flagey?

(GB)

GB: Trans Art Express, wat was dat nu weer? U doet zo van die lichtjes branden. Was het op Trans Art Express dat Weinberger zijn werk getoond werd?

(DD)

DD: Dat vraag ik mij ook af. Er is wel een performance geweest van Jacques Lizéne. Er is ook videowerk werk getoond van u en Jano. Ik vroeg me af of dat een tentoonstelling was of meer een evenement?

(GB)

GB: Ahja, Trans Art Express. Die hebben toen een tentoonstelling georganiseerd op het Place Flagey. Het is daar dat ik voor het eerst mijn thermo-hygrograaf getoond heb.

(DD)

DD: En misschieen ook een videowerk? Want er stond “video’s” bij?

(GB)

GB: Daar heb ik geen videowerk getoond. Is er op die tentoonstelling videowerk van anderen getoond?

(SR & DD)

SR: Ik heb die catalogus gezien maar ik heb ook niets van video’s gezien.

DD: In de map stond wel dat er videowerk van U en Jano aanwezig was. Maar misschien was dat gewoon voor de opening?

(GB)

Gb: Ja, dat kan want het staat me niet voor dat daar echt een video-installatie aanwezig was.

(SR)

SR: Ja, het zal inderdaad misschien om een openingsevent gaan.

(GB)

GB: Dat Trans Art Express was een initiatief van verschillende kunstenaars waar ik eigenlijk ook bijhoorde. Of verwar ik het nu met die ene persoon? Daarna heeft hij ook een boekshop gehad met enkel kunstenaarsboeken. Hij heeft ook een galerij gehad daarna. Ik ga niet op zijn naam komen maar die zal wel vermeld staan in de catalogus.

(DD)

DD: Ik vond ook een verwijzing terug naar Muziekfestival: “Cockney Rebel?” Uw naam stond daarbij?

(GB)

GB: In welk jaar? 71?

(SR)

SR: Ik heb dat niet opgeschreven maar het gaat om een video die ook in het ICC archief zit in de inventaris waar er naar u verwezen wordt. Dat is eigenlijk gewoon een registratie van een muziekfestival maar misschien is dat fout?

(GB)

GB: Daar heb ik niet rechtstreeks aan deelgenomen.

(SR & DD)

DD: Dat dacht ik al maar ik wou het toch nog even controleren.

SR: We hebben ook teruggevonden dat in de jaren ’70 een aantal grote galerieën zoals Plus-Kern, Yves de Smet, MTl, Wide White Space zich verzamelden in ‘Le Bailli’ aan Avenue Louise. Er werden daar ook video’s getoond uit de collectie Oppenheim. Er was ook iemand genaamd Guy De Bruyn-

(GB)

GB: Ahja, meneer De Bruyn! Die runde galerie d.

(SR & DD)

SR: Wij vinden erg weinig informatie daarover terug. Weet u toevallig wat voor video’s er in die galerij getoond werden? Ik denk dat die video’s toonde van Castelli-Sonnabend.

DD: En ook van Ingrid Oppenheim en Vito Acconci maar voor de resten weten we er erg weinig over.

(GB)

GB: Ik was toen wel een goed contact met meneer De Bruyn. Hij heeft zijn galerie daarna wel gesloten maar is toch actief gebleven door bepaalde kunstenaars uit te nodigen en ook concerten te organiseren met bepaalde muzikanten die repetitieve muziek speelden. Maar welke werken hij toonde in zijn galerij dat weet ik niet.

(SR)

SR: Weet u toevallig hoe we verwanten van hem zouden kunnen contacteren die misschien meer informatie hebben over de galerij? Of weet u waar er nog ergens archieven te vinden zijn van welke tentoonstellingen hij toen gedaan heeft? Baronian heeft ons gezegd dat meneer De Bruyn overleden is maar we vragen ons af of we ergens iemand kunnen contacteren die iets meer weet over de activiteiten van de galerij of er misschien iemand is die archiefdocumenten bijgehouden heeft met wat hij precies gedaan heeft?

(GB)

GB: Dat zou ik echt niet weten. Wie was er eigenlijk in nauwe betrekking met meneer De Bruyn? Dat was altijd wel een personage die -

(DD)

DD: Ja, dat zei Baronian ook al. Ik heb enkel één kleine catalogus teruggevonden van Dennis Oppenheim die De Bruyn heeft gedaan met Galerie d. maar dat is dan ook het enige wat ik heb gevonden.

(GB)

GB: Ik weet dat hij toen wel in contact stond met mensen van Plan K. Maar of dat nu echt een nauw contact was of een samenwerking rond bepaalde projecten, dat weet ik niet meer.

(DD)

DD: Waren er op dat moment andere plaatsen in Brussel waar het mogelijk was om video’s te produceren in de jaren ’70? Of waren er bepaalde galerijen of kunstscholen die daar mee bezig waren?

(GB)

GB: Ja, in Parijs heeft Duran Ducer wel veel videowerken getoond in zijn galerij. Ghislain Mollet-Viéville heeft ook bepaalde video-installaties getoond denk ik. Daar staat me ook wel vaag iets van voor dat hij in zijn galerij videowerk getoond heeft maar of dat aankopen waren voor zijn collectie die daar getoond werden of was het op zijn initiatief dat hij bepaalde realisaties vroeg aan bepaalde kunstenaars, dat weet ik niet zo juist. Maar dat is dan in Frankrijk en niet in België. Voor de rest weet ik niet direct iets. Het liep in die jaren ook een beetje op zijn einde he, video. Alz dat was nog tot 1985.

(DD)

DD: We zagen inderdaad dat aan het begin van de jaren ’80 plan K en Atelier Rue Saint-Anne, dat is tegenwoordig Théâtre Les Tanneurs-

(GB)

GB: Ahja, Rue Saint-Anne dat was ook hier in Brussel?

(DD)

DD: Ja, aan de zavel.

(GB)

GB: Ah, aan de zavel. Ja daar is wel iets gebeurd toen. Wie heeft dat gerund?

(DD)

DD: Ik kan me de naam even niet herinneren maar het was alleszins een vrouw.

(GB)

GB: Ik heb daar eigenlijk wel nooit iets mee gedaan of ik zou toch niet meer weten wat. Ik weet ook niet goed wat daar heeft plaatsgevonden.

(DD)

DD: Daar waren ook performances en videowerken maar dat is pas begin jaren ’80. Zijn er nog bepaalde internationale kunstenaars die u heeft gezien en die invloed hebben gehad op uw videowerk?

(GB)

GB: Kunstenaars die voor mij belangrijk waren , goh. De grote namen als Spike natuurlijk en degene die de grote splash maakte, zijn naam ontsnapt me nu even. Dat zijn van die erg monumentale installaties. Dat zijn heel sterke werken. Maar het zijn soms mensen die op een heel discrete manier bezig zijn die soms interessant werk maken. Maar ik ken er zo direct geen. In Deurne is ook ooit een videowerk tentoongesteld en dat was eigenlijk ook een inititatief van een kunstenaarsgroep, hoe heette ze weer? Die hadden ook een installatie gemaakt waarbij er op de vensters kalkpapier aanwezig was en dan werden ’s nachts vlammen geprojecteerd op de ruit, dus op dat kalkpapier. De eerste nacht was de brandweer dan ook gealarmeerd. Maar die hebben dan ook nog wel andere tentoonstellingen georganiseerd maar hoe heette dat collectief?

(SR)

SR: Was het de Artworker Foundation?

(GB)

GB: Wacht, Foundation zit er wel bij maar dan was er een naam bij van iemand. Zij hadden ook een kleine uitgave op stencil-papier.

(SR)

SR: Ja, dat is de Artworker Foundation. Dat waren Hugo Heyrman, Filip Francis, Luc Deleu, Chris Goyvaerts en Erik Convents, die later ook Office-Baroque van Gordon Matta-Clark gefilmd heeft. Die hebben zo een stuk of vijf nummers gemaakt op groot formaat, iets groter dan A4. Dat heette de Artworker Foundation en zij hebben in 1973 een continentale video-en filmtour gedaan. Dat was eigenlijk een bus die ze omgebouwd hadden tot cinema en daar werden underground films en 8mm films getoond. Uiteindelijk is vanuit dat inititiatief Flor Bex begonnen met die studio in ICC en dan later zijn een paar mensen van de Artworker Foundation als gewetensbezwaarde daar beginnen werken en daaruit is dan Continental Video ontstaan. Continental Video was een vzw van ICC die eigenlijk producties maakte met kunstenaars rond 1974-75-76. Het zal dus waarschijnlijk dat zijn wat je bedoelt?

(GB)

GB: Ja, het zal waarschijnlijk dat zijn.

(DD)

DD: We vragen meestal ook in het kader van het project naar presentatie-richtlijnen. Hoe prefereert u dat uw werken tentoongesteld worden? Op een kleine monitor ? of mag dat ook een projectie zijn? Heeft u daar bepaalde voorwaarden rond?

(GB)

GB: Daar neem ik afstand van. Als je naar zoveel mogelijk authenticiteit wil gaan, respecteer je natuurlijk de monitor maar er zijn natuurlijk ook heel oude monitors dus waar is dan de limiet?

(SR)

SR: Op een bepaald moment gaan die er ook niet meer zijn, tenzij er met moderne technologie natuurlijk een soort van imitatie van gemaakt wordt. We hebben nu wel nog die CRT-monitors maar op een bepaald ogenblik gaan die er ook niet meer zijn.

(GB)

GB: Ik heb daar eigenlijk geen eisen in.

(SR)

SR: In 2000 is er met u een archiverings- en conserveringsovereenkomst gesloten met Argos. Wij doen dus de archivering van de werken Blad papier, Perception Vague Vidéo en Gang, maar die staat eigenlijk niet op de compilatie bij ons. Verder hebben wij nog Ligne droite, ligne courbe, Métaphores, Passage de 1 à 2. Maar wij zouden ook graag in het kader van het project, als we een kopie kunnen krijgen van het SMAK, ook graag Eiland en misschien die werken van de RTBF archiveren. Daarom vroeg ik mij af of u nog steeds geïnteresseerd bent om bij ons in de collectie te zitten en of het in orde zou zijn als wij de archivering op ons nemen.

(GB)

GB: Ja, tuurlijk. Ik weet niet in welke mate het museum van Gent dat als hun eigendom beschouwt. Ik heb daar persoonlijk ook geen kopie van gehad eigenlijk. Dus dat moeten jullie dan maar afspreken maar ik heb daar persoonlijk helemaal geen probleem mee.

(SR)

SR: Ik zal misschien nog eens het principe van die archiveringscontracten uitleggen. Dus als we archiveringscontracten afsluiten dan geeft u ons het recht om werken te archiveren en al de nodige acties te doen die nodig zijn die om de werken leesbaar te
houden, uiteraard met respect voor de intentie van het werk. Dat is gratis maar in ruil vragen we wel of we die werken in de mediatheek ter beschikking mogen stellen voor
mensen die onderzoek willen doen en of we die werken binnen de muren van Argos in een Argoscollectie-presentatie mogen tonen. We beschouwen die werken niet als ons
eigendom dus dat wil zeggen dat wanneer SMAK vraagt om werken in bruikleen te geven dan gaat dat niet. We kunnen geen werken uitlenen aan derden. Dat kunnen we
niet met die archiveringsovereenkomsten dus ik stel misschien voor om misschien een geactualiseerde versie van de contracten?

(GB)
An interview by Sophie Ruysseveldt & Dagmar Dirkx
The 1970s

Commissaires
Dagmar Dirkx, Niels Van Tomme

Recherche
Dagmar Dirkx, Sofie Ruysseveldt, Erien Withouck

Recherche d'images
Emma Vranken, Daniel De Decker

Edition de texte
Anthony Blampied, Dagmar Dirkx, Inge Coolsaet, Laurence Alary, Niels Van Tomme, Björn Gabriëls

Traductions
Gorik de Henau (NL), Anne Lessebi (FR), Björn Gabriëls (EN)

Coordination du site web
Emilie Legrand

Conception et graphisme
Studio Le Roy Cleeremans

Website
Waanz.in

Éditeur
Niels Van Tomme / argos vzw

Archives
M HKA / ICC, New Reform Gallery / Roger D’Hondt, KMSKB, BOZAR, Art & Actualité, Jacques Charlier, Joëlle de La Casinière, Eric de Moffarts, Geneviève van Cauwenberge, argos, SONUMA

Bibliographie
Johan Pas, Beeldenstorm in een spiegelzaal. Het ICC en de actuele kunst 1970—1990, Lannoo Campus, 2005, 300 p. Jean-Michel Botquin (dir.), Le jardin du paradoxe. Regards sur le cirque divers àLiège, Yellow Now / Côté Arts, 2018, 448 p.

Numérisation
Onno Petersen, D/arch, CINEMATEK, VECTRACOM

argos remercie
Andrea Cinel, Anne-Marie Rona, ArtTouché, Chris Pype, Dominique Castronovo, Eric de Moffarts, Evi Bert, Guy Jungblut, Jean-Michel Botquin, Joanne Jaspart, Katarzyna Ruchel-Stockmans, Lastpost / Fabri3Q, Leen Bosch, Liesbeth Duvekot, Maryse Tastenhoye, Nadja Vilenne, Sandy Reynaerts, Veronique Cardon et tous les artistes, commissaires et chercheurs qui ont participés au projet de recherche

argos c'est
Amit Leblang, Anaïs Bonroy, Anne Leclercq, Dagmar Dirkx, Daria Szewczuk, Dušica Dražić, Eden Lamaizi, Femke De Valck, Francisco Correia, Guy Verbist, Hadrien Gerenton, Iakovos Sierifis, Indigo Deijmann, Inge Coolsaet, Isaac Moss, Jana Van Brussel, Jonas Beerts, Julie Van Houtte, Julia Wielgus, Katia Rossini, Katoucha Ngombe, Kevin Gallagher, Kianoosh Motallebi, Laurence Alary, Mar Badal, Maryam K Hedayat, Mélanie Musisi, Natalya Ivannikova, Niels Van Tomme, Rafael Pamplona, Riet Coosemans, Sander Moyson, Stijn Schiffeleers, Viktor Simonis, Yoko Theeuws

rile c'est
Chloe Chignell, Sven Dehens

argos remercie le conseil d'administration
Johan Blomme, Katerina Gregos, Olivier Auvray, Suzanne Capiau, Tom Bonte

Partenaires à 
Cinema Nova, M HKA, CINEMATEK, VUB, KMSKB, Meemoo

Financiers
Avec le support de Flandres, Eidotech, VGC Vlaamse Gemeenschapscommissie, Vlaams Audiovisueel Fonds, Ambassade Pays-Bas, Ambassade Slovénie, Instituto Italiano di Cultura, Gouvernement de la région Bruxelles-Capitale